Categorie archief: momentjes

Zie mij!!

Het kind, hoe oud zal het zijn, een jaar, hooguit? Jongen? Meisje? Ik zie het nog niet. Wel zie ik die korte dribbelbeentjes, die wiebelend en wel de aarde aftasten. En zo onwillig als benen dan nog kunnen zijn, zo standvastig blijkt het kind. Lukt het niet met vriendelijk vragen dan maar met kabaal, maar dat wat het wil, dat zal het krijgen. 

Een paar zaterdagmiddagen geleden zit ik op de Mariaplaats op een stadsbank in het late najaarszonnetje. Ik heb nog een paar minuten voor mijn cursus creatief schrijven gaat beginnen en ik de rest van de middag binnen zit en verhalen verzin. 

Verderop op het plein, in de buurt van de pomp, zit op de grond het kind, omhoogkijkend naar twee druk pratende vrouwen. Zittend op een zo’n typische luierkont vraagt het kind steeds indringender om de aandacht van vrouwen. Met de armpjes omhoog en een luide keel, blik op de vrouw die vermoedelijk de moeder is.

Buiten bereik van het kind staat een houten bak op wielen en een handvat. De gestrekte armpjes wisselen af tussen het houten karretje en de moeder, die al gebarend en lachend in gesprek blijft met de andere vrouw. Bij iedere wisseling tussen de moeder en de kar klinkt de stem van het kind een paar decibel harder. Meer mensen werpen even een blik op het tafereel. De een wat vertederd de ander eerder geïrriteerd. De stem van het kind roept mensen aan, maar juist niet diegene die het kind voor ogen heeft. Mama. De vrouw babbelt en lacht.

Het gesprek tussen de twee vrouwen speelt zich af, ver boven de wereld van het kind, daar beneden op de stenen van de Mariaplaats. De houten kar op grote afstand. Dan valt het kind stil. De armpjes zakken naar beneden. Het hoofdje ook.

Wat nu? Geeft het op?

Ik schuif ongemakkelijk heen en weer op de bank, ga ik er heen?, duw ik de kar in de richting van het kind?, vraag ik de vrouw het kind op te tillen?. 

Het kind vult zich met lucht, handjes veranderen in vuistjes en er volgt een pleinvullende schreeuw, met zoveel kracht dat het even lijkt alsof het kind zich weet los te maken van de grond. Moeder, vriendin, ik, voorbijgangers, allemaal kijken we naar het kind op de grond, dat ons voor even samen weet te binden, voor dat ene wat het wil. Zie mij!

Het kind zit weer volkomen stil en wijst alleen nog maar. Naar het karretje. Moeder bukt, pakt het kind onder de oksels en zet het achter de houten kar op beide voetjes neer. Meteen waggelt het kind kraaiend van plezier over het plein achter de kar, handjes stevig om het handvat geklemd.

Ik zucht van opluchting, eind goed al goed.

Als ik het pand binnenga voor een middagje verhalen verzinnen zie ik nog net hoe het kind met een bons op de grond ploft en de kar een meter verder doorrolt.

Buiten bereik. 

luisteren, zó leuk!

Ik heb het ontdekt via een vriendin. De beste ontdekkingen doe ik wel vaker via vrienden, collega’s of soms zomaar tijdens en opgevangen gesprekje op een terrasje. Deze ontdekking kwam via Bernadette, zij vertelde me over de Napolitaanse Romans van Elena Ferrante. Ze had ze alle drie de boeken in één ruk uitgeluisterd. 

Heu?! 

Geluisterd? 

‘Heerlijk’, zegt ze, ‘ik luister ’s avonds in bed of onderweg in de auto. Zo worden mijn ritje in de auto een totaal andere ervaring’. 

Hm, Dat wil ik ook wel proberen. Blijkt dat ik via mijn bibliotheek-abonnement toegang heb tot een zeer uitgebreide collectie luisterboeken op mijn telefoon, dus kon ik meteen van start. Bernadette had niets teveel gezegd, ik luisterde ze net als haar allemaal in één ruk uit. Het is zelfs wel eens voorgekomen dat ik al thuis was, de auto had geparkeerd achter mijn huis en toch nog even bleef zitten om het hoofdstuk uit te luisteren. Je zou bijna gaan verlangen naar langere files 😉

Momenteel luister ik naar het nieuwste boek van Rutger Bregman – De Meeste Mensen Deugen. Een echte must-read of beter gezegd, een must-listen. Zoals beloofd door de recensenten verandert dit boek je idee over ‘ons mensen’, doorzie je de vernistheorie* en krijg je spontaan zin in zo maar iets goeds doen, gewoon omdat het goed voelt. Wat het overigens extra leuk maakt, vind ik, is dat hij het zelf voorleest.

Stemmen maken namelijk wel uit hoe prettig het boek luistert, of niet. Niet alle stemmen vind ik even fijn om naar te luisteren, maar een aantal maken de luisterervaring extra goed. Zoals bijvoorbeeld Dieuwertje Blok of Job Cohen. En sinds kort luister ik ook naar het nieuws via de app van Blendle. Zij maken iedere dag een selectie van nieuwsberichten die ze voor je inspreken. Zo af en toe neem ik op die manier het nieuws tot me. Niet al te vaak, een echte nieuwsjunk ben ik nooit geweest. 

Misschien is het een idee dat ik deze Momentjes ook ga inspreken. Dan kan je in de trein terug naar huis of op weg naar kantoor hiernaar luisteren, in plaats van naar dat telefoongesprek van een net iets te luide beller in je treincoupe. Ach, daar schrijf ik ook vast nog wel iets over binnenkort. Sommige gesprekken zijn tenenkrommend en dringen zich ongevraagd je brein binnen. Maar goed, dat is voor een ander moment. 

Wellicht tot de volgende, al dan niet voorgelezen door mij. 

* Vernistheorie? Is de menselijke beschaving echt slechts een dun laagje vernis en komen daaronder vandaan direct onze dierlijke en meest slechte kanten naar boven? 

over stijve nekken, pijnlijke ruggen en de juiste houding

Jij (her)kent het vast ook.

Na een paar uur zitten heb je eigenlijk geen idee meer hoe je ‘goed zit’. Hoe en wat dat ook mag zijn. Je rug voelt moe, ergens halverwege je rug trekt er een zeurende pijn op, het begint te branden in je spieren, je rekt je eens uit, borst vooruit, keurig alles in hoeken van 90 graden zoals je geleerd hebt tijdens het ergonomische werkplekonderzoek en je rug vooral recht. Maar helaas, al gauw, en dan heb ik het niet over een half uur, maar al na een paar minuten, zakt de boel als een plumpudding in elkaar, zit je voorover, je neus te dicht op je scherm, weer dat vermoeide gevoel, dat langzaam sterker wordt en overgaat in dat opdringerige zeurderige gevoel. Je beweegt je nek, het kraakt en knarst. Een diepe zucht. ‘Toch nog even dit afmaken, daarna sta ik op’ denk je. Je strekt je nog een keer op, even verzitten en doorzetten, nog even volhouden. 

Eigenlijk geeft je lichaam allerlei signalen af.

Het laat je weten dat je moet gaan bewegen. En dat betekent: opstaan, weg van je bureau, lopen, trap op en af, zwaaien met je armen alsof je een flinke borstcrawl uitvoert langs de bureau’s van je collega’s. Zoiets als de zwembadpas van Kees de Jongen, maar dan met je armen niet alleen zwaaiend en maar ook nog eens rondmaaiend. Die spieren die willen bewegen, dat is waar ze voor gemaakt zijn:

aanspannen,

ontspannen,

aanspannen,

ontspannen. En wat doen wij tegenwoordig, wedstrijdjes wie-kan-er-zo-lang-mogelijk-stilzitten. 

Zelf heb ik het ook.

Wanneer ik achter mijn laptop kruip om bijvoorbeeld dit momentje te schrijven. Mijn hoofd draait op volle toeren, mijn lijf is praktisch stilgevallen, het enige wat er verder beweegt zijn mijn vingers die over de toetsen vliegen. Als ik even opkijk voel ik mijn nek, wrik ik mijn hoofd van links naar rechts en typ door. 

Ha! Tijd voor mijn eigen gouden tip. Ik sta op en loop (nee, deze tip is niet van mij, de volgende wel). Als ik een rondje heb gelopen en meteen even een glas water heb gepakt, ga ik weer zitten. Maar nu neem ik even een paar seconden de tijd om heel bewust te voelen waar mijn bovenbenen en billen de zitting van de stoel raken, ik zak wat meer op de stoel en mijn rug beweegt als vanzelf naar het midden. Zonder dat ik mijn spieren meer aanspan om rechtop te zitten, beweegt mijn bovenlijf nu soepel en ontspannen. Een ‘truukje’ dat ik heb geleerd als haptonoom, je lijf volgen in plaats van je hoofd laten bedenken hoe je ‘goed zit’.

Benieuwd hoe dit voor jou werkt?

Vraag me er gerust naar tijdens je stoelmassage, ik laat het je graag voelen hoe jij dit kunt toepassen als jij weer eens krakend achter je bureau zit of uit de auto stapt. 

Tot gauw, op de stoel!

Bewegen? Ik moet er even niet aan denken

Blijkt ook de masseur een gewoon mens te zijn en is vatbaar voor een stijve nek, overbelasting en zelfs een aanval van acute spit!

Vorige week woensdag trok het plotseling mijn rug in, alsof twee handen zich steeds strakker om mijn onderrug vastgrepen en me in een onmogelijke positie vasthielden. Naar voren bewegen lukte niet meer, naar achteren evenmin, ik stond half voorover en een stap zetten had een enorme pijnscheut door mijn rug tot gevolg. Daar stond ik met een asgrauw gezicht en zwetend van de pijnaanval. Wat nu?

Dit ken ik uit de boeken, de theorie van spit is mij als masseur niet onbekend. Maar nu dus de praktijk. En wat is het advies bij spit volgens het gezondheidsplein:bewegen!

Ik weet nu uit ervaring, bewegen is wel het allerlaatste waar je aan denkt bij spit.

Zelf geef ik dat advies uiteraard ook aan iedereen die bij mij op de stoel komen voor een massage en rugklachten heeft of regelmatig met een stijve onderrug kampt. Bewegen helpt om de spieren soepel te houden, de doorbloeding te bevorderen en voorkomt dat door inactiviteit de boel nog vaster komt te zitten.

Onlangs hoorde ik iemand iets zeggen in het kader van‘zitten is het nieuwe roken’

‘Het is egoïstisch om koffie voor je collega mee te nemen. Gun iedereen zijn eigen loopje en beweging richting het koffieapparaat.’

Grappig om te zien hoe alles kan omdraaien. Mijn eerste werkplek, ergens begin jaren negentig van de vorige eeuw, was zo ingericht dat ik eigenlijk alleen nog maar van mijn bureaustoel hoefde op te staan voor een gang naar het toilet. Computer, printer, kopieerapparaat en fax (ja echt, het was nog de vorige eeuw) stond zo rondom mij opgesteld dat ik voor niets meer hoefde op te staan en al helemaal niet ergens naar toe hoefde te lopen. Ondenkbaar inmiddels.

Bewegen is het Nieuwe Leven?

Bewegen dus, ook bij spit.

Met een flinke dosis pijnstillers is het na een paar uur te doen om weer voorzichtig in beweging te komen. Kaarsrecht, stap voor stap en heel rustig aan kom ik de eerste paar dagen door. Wat mis ik mijn souplesse. De gewoonte om even ergens naar te kunnen reiken zonder dat er een pijnscheut door mijn hele lijf trekt. Een onverbiddelijke herinnering aan de beperkingen die worden meegeleverd bij spit.

“Gezonde mensen hebben 1000 wensen, als je ziek bent heb je maar 1 wens”.

Wel heb ik veel aan mijn eigen wondermedicijn voor alles: wandelen

Een week verder inmiddels en weer aan het werk, gelukkig.

over taart en balans

‘Ja, maar jij bent vast heel sportief!’

De licht blozende man naast me kijkt van de muffins op het buffet naar mij en knikt richting het lekkers op het buffet. We staan met nog een paar van zijn collega’s rondom een grote kartonnen doos rijkelijk gevuld met brownies, verschillende soorten muffins en een glanzend geglazuurde wortelcake. We staan er met z’n allen om heen te watertanden. Iedereen kijkt elkaar even kort aan, nemen we wel of niet?

‘haha, ja die schijn van sportiviteit weet ik goed op te houden,’ 

Dat dit beeld om mij heen hangt als masseur kom ik wel vaker tegen.

Ik lach ik naar hem:  

‘ha nou, mijn geheim: ik sport niet! Ik neem altijd en overal de trap in plaats van de lift of roltrap en ik loop zoveel mogelijk in plaats van korte stukjes door de stad te fietsen’. 

Vooral de brownie met een sticky toffee laag bovenop is onweerstaanbaar en het kost me moeite mijn blik los te rukken. Mijn gedachten gaan razend snel: ‘Het mag nu wel, ik heb vanochtend al meer dan 3500 stappen gelopen en het is pas half 10, dus nog genoeg tijd vandaag om aan de 10.000 stappen te komen, zoo handig die stappenteller op mijn telefoon, en als ik de rest van de week nou echt goed oplet…’ Mijn gedachtestroom wordt onderbroken door mijn buurman aan de andere zijde: 

‘Jij eet natuurlijk ook nog eens heel gezond en je snoept niet?’  Vervolgens zet hij zijn tanden in een bosbessenmuffin. 

‘Snoepen, ik? Zeker wel, een leven zonder een chocolade, een stuk taart of chips, ik kan het me niet eens voorstellen.’ 

Toch laat ik die maandagochtend de heerlijkheden in de doos op het buffet voor wat ze zijn en neem alleen mijn koffiebeker mee naar de kamer waar ik die dag de stoelmassages geef. 

Ik hoorde ooit eens tijdens de engelse versie van Heel Holland Bakt de volgende uitspraak:

Is it worth the calories?

Een uitspraak die ik sinds dien ter harte neem. Bij ieder stuk taart waar mijn hand zich spontaan naar uitstrekt vraag ik me eerst af of het wel of het echt een lekker en goed stuk taart, cake of koek is en vervolgens hoeveel extra trappen ik er voor moet op- en af moet om al die extra calorieën weer te verbranden. Dus, die maandag geen lekkers bij de koffie. Moeilijk blijft het wel. Er wordt overal zoveel getrakteerd en iedere keer weer word ik getest. En, ja, ach, soms lukt me niet., dan zak ik voor de test. Gelukkig heb ik dan nog de stappenteller op mijn telefoon en zit er niets anders op ’s avonds een extra wandeling te maken, totdat ik 10000 stappen heb gezet die dag. Verbranden van die extra suikers en vetten en toch hartstochtelijk genoten van ze. 

Balans, daar gaat het om. Nooit meer taart, zo saai en jammer. Dus, af en toe een lekkere traktatie en dan kan ik er ook volledig van genieten. En als extraatje plan ik er diezelfde dag een mooie wandeling bij.

Goede deal toch?

oranje zomer

Loom van de sauna lig ik op een bank met mijn gezicht in de voorjaarszon. Het zonlicht is fel. Door mijn gesloten oogleden geeft de zon dat filmische oranje effect. Lees meer

oude liefde

Madrid, aan een lange avenida, waar het verkeer onophoudelijk overheen raast, willekeurig claxonerend, daar zit op een bankje een oudere dame, met haar rug naar de stroom auto’s. Ze zit te lezen. Ze ziet er uit, zoals de Spaanse vrouwen er hier uitzien, altijd goed verzorgd, haren gekapt, tas, schoenen en sjaal zijn passend bij het ensemble. Niet zomaar iets uit de kast getrokken maar duidelijk bij elkaar uitgezocht, zoals ook de ringen, ketting en oorbellen. En wat nimmer ontbreekt  Lees meer