Jij (her)kent het vast ook.
Na een paar uur zitten heb je eigenlijk geen idee meer hoe je ‘goed zit’. Hoe en wat dat ook mag zijn. Je rug voelt moe, ergens halverwege je rug trekt er een zeurende pijn op, het begint te branden in je spieren, je rekt je eens uit, borst vooruit, keurig alles in hoeken van 90 graden zoals je geleerd hebt tijdens het ergonomische werkplekonderzoek en je rug vooral recht. Maar helaas, al gauw, en dan heb ik het niet over een half uur, maar al na een paar minuten, zakt de boel als een plumpudding in elkaar, zit je voorover, je neus te dicht op je scherm, weer dat vermoeide gevoel, dat langzaam sterker wordt en overgaat in dat opdringerige zeurderige gevoel. Je beweegt je nek, het kraakt en knarst. Een diepe zucht. ‘Toch nog even dit afmaken, daarna sta ik op’ denk je. Je strekt je nog een keer op, even verzitten en doorzetten, nog even volhouden.
Eigenlijk geeft je lichaam allerlei signalen af.
Het laat je weten dat je moet gaan bewegen. En dat betekent: opstaan, weg van je bureau, lopen, trap op en af, zwaaien met je armen alsof je een flinke borstcrawl uitvoert langs de bureau’s van je collega’s. Zoiets als de zwembadpas van Kees de Jongen, maar dan met je armen niet alleen zwaaiend en maar ook nog eens rondmaaiend. Die spieren die willen bewegen, dat is waar ze voor gemaakt zijn:
aanspannen,
ontspannen,
aanspannen,
ontspannen. En wat doen wij tegenwoordig, wedstrijdjes wie-kan-er-zo-lang-mogelijk-stilzitten.
Zelf heb ik het ook.
Wanneer ik achter mijn laptop kruip om bijvoorbeeld dit momentje te schrijven. Mijn hoofd draait op volle toeren, mijn lijf is praktisch stilgevallen, het enige wat er verder beweegt zijn mijn vingers die over de toetsen vliegen. Als ik even opkijk voel ik mijn nek, wrik ik mijn hoofd van links naar rechts en typ door.
Ha! Tijd voor mijn eigen gouden tip. Ik sta op en loop (nee, deze tip is niet van mij, de volgende wel). Als ik een rondje heb gelopen en meteen even een glas water heb gepakt, ga ik weer zitten. Maar nu neem ik even een paar seconden de tijd om heel bewust te voelen waar mijn bovenbenen en billen de zitting van de stoel raken, ik zak wat meer op de stoel en mijn rug beweegt als vanzelf naar het midden. Zonder dat ik mijn spieren meer aanspan om rechtop te zitten, beweegt mijn bovenlijf nu soepel en ontspannen. Een ‘truukje’ dat ik heb geleerd als haptonoom, je lijf volgen in plaats van je hoofd laten bedenken hoe je ‘goed zit’.
Benieuwd hoe dit voor jou werkt?
Vraag me er gerust naar tijdens je stoelmassage, ik laat het je graag voelen hoe jij dit kunt toepassen als jij weer eens krakend achter je bureau zit of uit de auto stapt.